Scientology in Frankrijk

Scientology in Frankrijk onder de loep 

In Europa zijn het voornamelijk de Duitse en Franse overheden die Scientology dwarszitten. In Frankrijk maakte de Orde van Apothekers deel uit van een rechtszaak tegen Scientology. Binnen Scientology is sinds de tachtiger jaren een programma in gebruik om het probleem van mentale effecten van drugs op te lossen, een programma waarbij vitaminen worden gebruikt. Vitaminen worden door de Franse overheid en de Orde van Apothekers gezien als medicijnen die niet zomaar genomen mogen worden. Dit lijkt op een omgekeerde wereld; waar Scientology bezwaar maakt tegen psychiatrische overmedicatie wordt het gebruik van onschuldige vitaminen Scientologen als misdaad in de schoenen geschoven.

De Franse overheid, die sinds de Franse revolutie een soort staatsatheïsme (Laïcité) ontwikkelde en zich dus goed kon vinden in een mechanistische psychiatrie, trok fel van leer, ook tegen talloze andere kleinere religieuze groeperingen die in de tijdsgeest van de tachtiger jaren van de vorige eeuw ontstaan waren. De Franse overheid wendde haar invloed in Europa en zelfs daarbuiten aan om negatieve denkbeelden met betrekking tot Scientology en andere religieuze groepen te verspreiden.

 

FECRIS 

Het is tekenend voor de houding van de Franse overheid op dit gebied, dat in 1994 in Frankrijk de organisatie FECRIS werd gestart, bedoeld om als centraal punt te fungeren voor een Europees netwerk voor “anti-cult”organisaties.

FECRIS staat voor Fédération Européenne des Centres de Recherche et d’Information sur le Sectarisme en staat geregistreerd als NGO17, maar ontving in het eerste decennium van deze eeuw ruim 90% van haar inkomsten van de Franse overheid.18

FECRIS heeft een jaarbudget van ca. € 50.00019. Ondanks dit relatief bescheiden bedrag heeft FECRIS toegang gekregen tot de Economic and Social Council van de United Nations. FECRIS is een samenwerkingsverband geworden voor groepen met overeenkomstige belangstellingsgebieden, waaronder ook atheïstische associaties.

Er zijn vriendschappelijke contacten tussen FECRIS en de Chinese overheid met betrekking tot de aanpak van religieuze groeperingen, waarbij aan Chinese kant de Falun Gong als punt van zorg geldt. Bij het onderdrukken van de Falun Gong zijn leden gemarteld en zijn er doden gevallen.20

FECRIS heeft ook contacten in Duitsland, waar de traditionele Rooms Katholieke en Lutherse kerk sterke partijen zijn, niet in de laatste plaats door de belastingvoordelen die zij genieten.21 In Duitsland is een groot aantal anti-sektengroepen actief, hoewel het deel van de bevolking met van de mainstream afwijkende religieuze overtuigingen, zeer klein is.

FECRIS22 heeft contacten met ca. 50 “anti-sekten-“ groepen in tientallen landen, o.a. ook in Rusland. Een belangrijke drijfveer is de irrationele angst bij grote orthodoxe kerkorganisaties voor non-conformisme op religieus gebied.

De activiteit van internationaal opererende organisaties die zich richten tegen kleine religieuze groeperingen wordt door socioloog R. Dericquebourg één van de moeilijkst te onderzoeken sociale verschijnselen genoemd.

Heksenjacht 

Bij de aanklacht tegen Scientology was ook UNADFI (Union Nationale des Associations de Défense des Familles et de l’Individu,) betrokken. UNADFI is een anti-sektengroep die door de staat wordt gesubsidieerd. Van 1992 tot 2001 was Janine Tavernier voorzitster en zorgde voor veel media-aandacht. Zij trad in 2001 af waarbij zij de UNADFI verweet deel te hebben aan een “heksenjacht”. Als opvallend detail is te melden dat diezelfde Tavernier ervan werd “beschuldigd” haar kleinkinderen aan een Steiner school (op antroposofische grondslag) te hebben ingeschreven.

FECRIS wordt voor het grootste deel gefinancierd door de Franse overheid. Bron: Freedom of Religion or Belief: Anti-Sects Movements and State Neutrality, A Case Study: FECRIS. Journal for the Study of Beliefs and Worldviews, Technical University of Dresden, 2012.

Intolerantie 

Wat kan de consequentie zijn van de omstandigheid dat gevestigde belangen baat hebben bij een negatief imago van Scientology? En is het mogelijk dat zij via onzichtbare routes aan het stimuleren van die slechte naam bijdragen? In een document over het “Anti-Cult Terrorism via the Internet”, gepubliceerd op de jaarlijkse conferentie van de associatie voor de sociologie van religies, 1999, meldt dr. M. Introvigne hoe “officiële rapporteurs van intolerantie (jegens nieuwe religies – red.)” door de Franse delegatie onterecht beschuldigd worden Scientoloog te zijn.